1. Home
  2. Pair
  3. DutSVV
  4. Cro
  5. Col.3

Colossians 3

3:1
Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods.
Ako ste suuskrsli s Kristom, tražite što je gore, gdje Krist sjedi zdesna Bogu!
3:2
Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
Za onim gore težite, ne za zemaljskim!
3:3
Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God.
Ta umrijeste i život je vaš skriven s Kristom u Bogu!
3:4
Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.
Kad se pojavi Krist, život vaš, tada ćete se i vi s njime pojaviti u slavi.
3:5
Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst.
Umrtvite dakle udove svoje zemaljske: bludnost, nečistoću, strasti, zlu požudu i pohlepu - to idolopoklonstvo!
3:6
Om welke de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid;
Zbog toga dolazi gnjev Božji na sinove neposlušne.
3:7
In dewelke ook gij eertijds hebt gewandeld, toen gij in dezelve leefdet.
Tim ste putom i vi nekoć hodili, kad ste u tome živjeli.
3:8
Maar nu legt ook gij dit alles af, namelijk gramschap, toornigheid, kwaadheid, lastering, vuil spreken uit uwen mond.
Ali sada i vi odložite sve! Gnjev, srdžba, opakost, hula, prostota van iz vaših usta!
3:9
Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken,
Ne varajte jedni druge! Jer svukoste staroga čovjeka s njegovim djelima
3:10
En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft;
i obukoste novoga, koji se obnavlja za spoznanje po slici svoga Stvoritelja!
3:11
Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth, dienstknecht en vrije; maar Christus is alles en in allen.
Tu više nema: Grk - Židov, obrezanje - neobrezanje, barbar - skit, rob - slobodnjak, nego sve i u svima - Krist.
3:12
Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid;
Zaodjenite se dakle - kao izabranici Božji, sveti i ljubljeni - u milosrdno srce, dobrostivost, poniznost, blagost, strpljivost
3:13
Verdragende elkander, en vergevende de een den anderen, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft; gelijkerwijs als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo.
te podnosite jedni druge praštajući ako tko ima protiv koga kakvu pritužbu! Kao što je Gospodin vama oprostio, tako i vi!
3:14
En boven dit alles doet aan de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid.
A povrh svega - ljubav! To je sveza savršenstva.
3:15
En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar.
I mir Kristov neka upravlja srcima vašim - mir na koji ste pozvani u jednom tijelu! I zahvalni budite!
3:16
Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart.
Riječ Kristova neka u svem bogatstvu prebiva u vama! U svakoj se mudrosti poučavajte i urazumljujte! Psalmima, hvalospjevima, pjesmama duhovnim od srca pjevajte hvalu Bogu!
3:17
En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in den Naam van den Heere Jezus, dankende God en den Vader door Hem.
I sve što god riječju ili djelom činite, sve činite u imenu Gospodina Isusa, zahvaljujući Bogu Ocu po njemu!
3:18
Gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig, gelijk het betaamt in den Heere.
Žene, pokoravajte se svojim muževima kao što dolikuje u Gospodinu!
3:19
Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar.
Muževi, ljubite svoje žene i ne budite osorni prema njima.
3:20
Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in alles, want dat is den Heere welbehagelijk.
Djeco, slušajte roditelje u svemu, ta to je milo u Gospodinu!
3:21
Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.
Očevi, ne ogorčujte svoje djece da ne klonu duhom.
3:22
Gij dienstknechten, zijt in alles gehoorzaam uw heren naar het vlees, niet met ogendiensten als mensenbehagers, maar met eenvoudigheid des harten, vrezende God.
Robovi, slušajte u svemu svoje zemaljske gospodare! Ne naoko, kao oni koji se ulaguju ljudima, nego u jednostavnosti srca, bojeći se Gospodina.
3:23
En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen;
Što god radite, zdušno činite, kao Gospodinu, a ne ljudima,
3:24
Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen de vergelding der erfenis; want gij dient den Heere Christus.
znajući da ćete od Gospodina primiti nagradu, baštinu. Gospodinu Kristu služite.
3:25
Maar die onrecht doet, die zal het onrecht dragen, dat hij gedaan heeft; en er is geen aanneming des persoons.
Doista, nepravedniku će se uzvratiti što je nepravedno učinio. Ne, nema pristranosti!

© bibleglot.com