En hij nam den mantel van Elia, die van hem afgevallen was, en sloeg het water, en zeide: Waar is de HEERE, de God van Elia? Ja, Dezelve? En hij sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld, en Elisa ging er door.
Uze onda Ilijin plašt i udari po vodi govoreći: "Gdje je Jahve, Bog Ilijin?" I kad udari po vodi, ona se razdijeli na dvije strane i Elizej prijeđe.