En de zangers, de zonen van Asaf, waren in hun standplaats, naar het gebod van David, en Asaf, en Heman, en Jeduthun, den ziener des konings, mitsgaders de poortiers aan elke poort; zij behoefden niet te wijken van hun dienst, overmits hun broeders, de Levieten, voor hen bereidden.
A pjevači, Asafovi sinovi, stajali su na svojem mjestu, kako je bio zapovjedio David, Asaf, Heman i kraljev vidjelac Jedutun. Vratari su stajali na svakim vratima; oni se nisu micali od službe, nego su im njihova braća leviti pripravljala sve.