En het geschiedde, toen dit hoorden al de koningen, die aan deze zijde van de Jordaan waren, op het gebergte, en in de laagte, en aan alle havens der grote zee, tegenover den Libanon: de Hethieten, en de Amorieten, de Kanaänieten, de Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten;
约旦河西,住山地、高原,并对著黎巴嫩山沿大海一带的诸王,就是赫人、亚摩利人、迦南人、比利洗人、希未人、耶布斯人的诸王,听见这事,