Hebrews 1

God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon;
 神既在古时借著众先知多次多方的晓谕列祖,
Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft;
就在这末世借著他儿子晓谕我们;又早已立他为承受万有的,也曾借著他创造诸世界。
Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen;
他是 神荣耀所发的光辉,是 神本体的真像,常用他权能的命令托住万有。他洗净了人的罪,就坐在高天至大者的右边。
Zoveel treffelijker geworden dan de engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geërfd heeft.
他所承受的名,既比天使的名更尊贵,就远超过天使。
Want tot wien van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb ik U gegenereerd? En wederom: Ik zal Hem tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn?
所有的天使, 神从来对那一个说,你是我的儿子,我今日生你?又指著那一个说:我要作他的父,他要作我的子?
En als Hij wederom den Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: En dat alle engelen Gods Hem aanbidden.
再者, 神使长子到世上来的时候(或作: 神再使长子到世上来的时候),就说: 神的使者都要拜他。
En tot de engelen zegt Hij wel: Die Zijn engelen maakt geesten, en Zijn dienaars een vlam des vuurs.
论到使者,又说: 神以风为使者,以火焰为仆役;
Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de schepter Uws koninkrijks is een rechte schepter.
论到子却说: 神啊,你的宝座是永永远远的;你的国权是正直的。
Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad, en ongerechtigheid gehaat; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met olie der vreugde boven Uw medegenoten.
你喜爱公义,恨恶罪恶;所以 神,就是你的 神,用喜乐油膏你,胜过膏你的同伴;
En: Gij, Heere! hebt in den beginne de aarde gegrond, en de hemelen zijn werken Uwer handen;
又说:主啊,你起初立了地的根基;天也是你手所造的。
Dezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd, en zij zullen alle als een kleed verouden;
天地都要灭没,你却要长存。天地都要像衣服渐渐旧了;
En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden.
你要将天地捲起来,像一件外衣,天地就都改变了。惟有你永不改变;你的年数没有穷尽。
En tot welken der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten?
所有的天使, 神从来对那一个说:你坐在我的右边,等我使你仇敌作你的脚凳?
Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om dergenen wil, die de zaligheid beërven zullen?
天使岂不都是服役的灵、奉差遣为那将要承受救恩的人效力吗?