Toen nu al de oversten der heiren, zij en hun mannen, hoorden, dat de koning van Babel Gedalia tot overste gesteld had, kwamen zij tot Gedalia naar Mizpa; namelijk, Ismaël, de zoon van Nethanja, en Johanan, de zoon van Kareah, en Seraja, de zoon van Tanhumeth, de Netofathiet, en Jaazanja, de zoon van den Maachathiet, zij en hun mannen.
众军长和属他们的人听见巴比伦王立了基大利作省长,于是军长尼探雅的儿子以实玛利、加利亚的儿子约哈难、尼陀法人单户蔑的儿子西莱雅、玛迦人的儿子雅撒尼亚,和属他们的人都到米斯巴见基大利。