En nu HEERE, God van Israël, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die op den troon van Israël zitte; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen voor Mijn aangezicht, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht.
耶和华─以色列的 神啊,你所应许你仆人─我父大卫的话说:『你的子孙若谨慎自己的行为,在我面前行事像你所行的一样,就不断人坐以色列的国位。』现在求你应验这话。