Het geschiedde nu, toen Izebel hoorde, dat Naboth gestenigd en dood was, dat Izebel tot Achab zeide: Sta op, bezit den wijngaard van Naboth, den Jizreëliet, erfelijk, dien hij u weigerde om geld te geven; want Naboth leeft niet, maar is dood.
耶洗别听见拿伯被石头打死,就对亚哈说:「你起来得耶斯列人拿伯不肯为价银给你的葡萄园吧!现在他已经死了。」