Stig ned, sid i Støvet, du Jomfru, Babels Datter, sid uden Trone på Jorden, Kaldæernes Datter! Thi ikke mer skal du kaldes den fine, forvænte!
Daal af, en zit in het stof, gij jonkvrouw, dochter van Babel! zit op de aarde, er is geen troon meer, gij dochter der Chaldeeën! want gij zult niet meer genaamd worden de tedere, noch de wellustige.