Nejposléze sedícím spolu jedenácti ukázal se, a trestal nedověru jejich a tvrdost srdce, že těm, kteříž jej viděli vzkříšeného, nevěřili.
Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, daar zij aanzaten, en verweet hun hun ongelovigheid en hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen, die Hem gezien hadden, nadat Hij opgestaan was.