A když ten ještě mluvil, jiný přišed, řekl: Kaldejští sšikovavše tři houfy, připadli na velbloudy, a zajali je, a služebníky zbili ostrostí meče, a utekl jsem toliko já sám, abych oznámil tobě.
Als deze nog sprak, zo kwam een ander, en zeide: De Chaldeeën stelden drie hopen, en vielen op de kemelen aan, en namen ze, en sloegen de jongeren met de scherpte des zwaards; en ik ben maar alleen ontkomen, om het u aan te zeggen.