Nebo stihati je budu mečem, hladem i morem, a vydám je ku posmýkání po všech královstvích země, k proklínání, a k užasnutí, anobrž na odivu, a k utrhání mezi všemi národy, tam kdež je vypudím,
En Ik zal ze achterna jagen met het zwaard, met den honger en met de pestilentie; en Ik zal ze overgeven tot een beroering, allen koninkrijken der aarde, tot een vloek, en tot een schrik, en tot een aanfluiting, en tot een smaadheid, onder al de volken, waar Ik ze henengedreven zal hebben;