A řekl: Neboj se, muži velmi milý, pokoj tobě, posilň se, posilň se, pravím. Když pak on mluvil se mnou, posilněn jsa, řekl jsem: Nechť mluví Pán můj, nebo jsi mne posilnil.
En Hij zeide: Vrees niet, gij zeer gewenste man! vrede zij u, wees sterk, ja, wees sterk! En terwijl Hij met mij sprak, werd ik versterkt, en zeide: Mijn Heere spreke, want Gij hebt mij versterkt.