I řekl Festus: Králi Agrippo a všickni, kteříž jste tuto s námi, vidíte tohoto, za nějžto všecko množství Židů prosili mne, i v Jeruzalémě i zde, křičíce, že takový nemá více živ býti.
En Festus zeide: Koning Agrippa, en gij mannen allen, die met ons hier tegenwoordig zijt, gij ziet dezen, van welken mij de ganse menigte der Joden heeft aangesproken, beide te Jeruzalem en hier, roepende, dat hij niet meer behoort te leven.