On také bojoval s králem synů Ammon, a zmocnil se jich. I dali mu synové Ammon toho roku sto centnéřů stříbra, a deset tisíc měr pšenice, a ječmene deset tisíců. Tolikéž dali mu synové Ammon i léta druhého i třetího.
Hij krijgde ook tegen den koning der kinderen Ammons, en had de overhand over hen, zodat de kinderen Ammons in datzelfde jaar hem gaven honderd talenten zilvers, en tien duizend kor tarwe, en tien duizend gerst; dit brachten hem de kinderen Ammons wederom, ook in het tweede en in het derde jaar.