Smlouva jest mezi mnou a mezi tebou, mezi otcem mým a mezi otcem tvým. Aj, posílámť teď stříbro a zlato, jdi, zruš smlouvu svou s Bázou králem Izraelským, ať odtrhne ode mne.
Er is een verbond tussen mij en tussen u, en tussen mijn vader en tussen uw vader; zie, ik zend u zilver en goud, ga heen, maak uw verbond te niet met Baësa, den koning van Israël, dat hij van tegen mij aftrekke.