A Eleazar, sin svećenika Arona, neka se brine za ulje svijećnjaka, za mirisni kad, za trajnu prinosnicu i za ulje pomazanja; neka se brine za sve Prebivalište, za sve što je u njemu - za Svetište i njegovo posuđe."
Het opzicht nu van Eleazar, den zoon van Aäron, den priester, zal zijn over de olie des luchters, en het reukwerk der welriekende specerijen, en het gedurig spijsoffer, en de zalfolie; het opzicht des gansen tabernakels, en alles wat daarin is, aan het heiligdom en aan zijn gereedschap.