Izvorska vrata popravljao je Šalum, sin Kol-Hozeov, glavar nad mispanskim okrugom: sagradio ih je, pokrio ih, utvrdio vratna krila, stožere i prijevornice. On je popravio i zid kod ribnjaka Šiloaha, koji se proteže od Kraljevskog vrta do stepenica što silaze iz Davidova grada.
En de Fonteinpoort verbeterde Sallum, de zoon van Kol-hoze, overste van het deel van Mizpa; hij bouwde ze, en overdekte ze, en richtte haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen; daartoe den muur des vijvers Schelah bij des konings hof, en tot aan de trappen, die afgaan van Davids stad.