Jao meni, majko, što si me rodila, da svađam se i prepirem sa svom zemljom. Nikom ne uzajmih, ni od koga zajma ne uzeh, a ipak svi me proklinju.
Wee mij, mijn moeder, dat gij mij gebaard hebt, een man van twist, en een man van krakeel den gansen lande! Ik heb hun niet op woeker gegeven, ook hebben zij mij niet op woeker gegeven, nog vloekt mij een ieder van hen.