Radošću silnom u Jahvi se radujem, duša moja kliče u Bogu mojemu, jer me odjenu haljinom spasenja, zaogrnu plaštem pravednosti, kao ženik kad sebi vijenac stavi il' nevjesta kad se uresi nakitom.
Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; gelijk een bruidegom zich met priesterlijk sieraad versiert, en als een bruid zich versiert met haar gereedschap.