i spoznat će da sam ja Jahve kad im poginuli budu ležali među kumirima oko žrtvenika na svakome povišem brežuljku, nad svim vrhovima planinskim, pod svakim stablom zelenim, pod svakim hrastom granatim, gdje se god prinosio ugodan miris kumirima njihovim.
Dan zult gij weten, dat Ik de HEERE ben, als hun verslagenen in het midden hunner drekgoden rondom hun altaren wezen zullen op alle hoge heuvelen, op alle toppen der bergen, en onder allen groenen boom, en onder alle dichte eiken, de plaats, alwaar zij al hun drekgoden liefelijken reuk maakten.