Zato sam sišao da ga izbavim iz šaka egipatskih i odvedem ga iz te zemlje u dobru i prostranu zemlju - u zemlju kojom teče med i mlijeko: u postojbinu Kanaanaca, Hetita, Amorejaca, Perižana, Hivijaca i Jebusejaca.
Daarom ben Ik nedergekomen, dat Ik het verlosse uit de hand der Egyptenaren, en het opvoere uit dit land, naar een goed en ruim land, naar een land, vloeiende van melk en honig, tot de plaats der Kanaänieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten.