Ali Mojsiju ruke napokon klonu. Zato uzeše kamen, staviše ga poda nj i on sjede, dok mu Aron i Hur, jedan s jedne, a drugi s druge strane, držahu ruke, tako da mu izdržaše do sunčanog zalaska.
Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aäron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, de ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging.