Colossians 3

Ako ste suuskrsli s Kristom, tražite što je gore, gdje Krist sjedi zdesna Bogu!
Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods.
Za onim gore težite, ne za zemaljskim!
Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
Ta umrijeste i život je vaš skriven s Kristom u Bogu!
Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God.
Kad se pojavi Krist, život vaš, tada ćete se i vi s njime pojaviti u slavi.
Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.
Umrtvite dakle udove svoje zemaljske: bludnost, nečistoću, strasti, zlu požudu i pohlepu - to idolopoklonstvo!
Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst.
Zbog toga dolazi gnjev Božji na sinove neposlušne.
Om welke de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid;
Tim ste putom i vi nekoć hodili, kad ste u tome živjeli.
In dewelke ook gij eertijds hebt gewandeld, toen gij in dezelve leefdet.
Ali sada i vi odložite sve! Gnjev, srdžba, opakost, hula, prostota van iz vaših usta!
Maar nu legt ook gij dit alles af, namelijk gramschap, toornigheid, kwaadheid, lastering, vuil spreken uit uwen mond.
Ne varajte jedni druge! Jer svukoste staroga čovjeka s njegovim djelima
Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken,
i obukoste novoga, koji se obnavlja za spoznanje po slici svoga Stvoritelja!
En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft;
Tu više nema: Grk - Židov, obrezanje - neobrezanje, barbar - skit, rob - slobodnjak, nego sve i u svima - Krist.
Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth, dienstknecht en vrije; maar Christus is alles en in allen.
Zaodjenite se dakle - kao izabranici Božji, sveti i ljubljeni - u milosrdno srce, dobrostivost, poniznost, blagost, strpljivost
Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid;
te podnosite jedni druge praštajući ako tko ima protiv koga kakvu pritužbu! Kao što je Gospodin vama oprostio, tako i vi!
Verdragende elkander, en vergevende de een den anderen, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft; gelijkerwijs als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo.
A povrh svega - ljubav! To je sveza savršenstva.
En boven dit alles doet aan de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid.
I mir Kristov neka upravlja srcima vašim - mir na koji ste pozvani u jednom tijelu! I zahvalni budite!
En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar.
Riječ Kristova neka u svem bogatstvu prebiva u vama! U svakoj se mudrosti poučavajte i urazumljujte! Psalmima, hvalospjevima, pjesmama duhovnim od srca pjevajte hvalu Bogu!
Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart.
I sve što god riječju ili djelom činite, sve činite u imenu Gospodina Isusa, zahvaljujući Bogu Ocu po njemu!
En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in den Naam van den Heere Jezus, dankende God en den Vader door Hem.
Žene, pokoravajte se svojim muževima kao što dolikuje u Gospodinu!
Gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig, gelijk het betaamt in den Heere.
Muževi, ljubite svoje žene i ne budite osorni prema njima.
Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar.
Djeco, slušajte roditelje u svemu, ta to je milo u Gospodinu!
Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in alles, want dat is den Heere welbehagelijk.
Očevi, ne ogorčujte svoje djece da ne klonu duhom.
Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.
Robovi, slušajte u svemu svoje zemaljske gospodare! Ne naoko, kao oni koji se ulaguju ljudima, nego u jednostavnosti srca, bojeći se Gospodina.
Gij dienstknechten, zijt in alles gehoorzaam uw heren naar het vlees, niet met ogendiensten als mensenbehagers, maar met eenvoudigheid des harten, vrezende God.
Što god radite, zdušno činite, kao Gospodinu, a ne ljudima,
En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen;
znajući da ćete od Gospodina primiti nagradu, baštinu. Gospodinu Kristu služite.
Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen de vergelding der erfenis; want gij dient den Heere Christus.
Doista, nepravedniku će se uzvratiti što je nepravedno učinio. Ne, nema pristranosti!
Maar die onrecht doet, die zal het onrecht dragen, dat hij gedaan heeft; en er is geen aanneming des persoons.