Kad su gubavci, dakle, došli do ruba tabora, uvukoše se u jedan šator. Pošto su se najeli i napili, uzeše odande srebro, zlato i haljine pa odoše da ih sakriju. Vratiše se onda pa uđoše u drugi šator: uzeše plijen iz njega te odoše i sakriše ga.
Als nu deze melaatsen aan het uiterste des legers kwamen, zo gingen zij in een tent, en aten en dronken, en namen van daar zilver, en goud, en klederen, en gingen henen, en verborgen het; daarna keerden zij weder, en kwamen in een andere tent, namen van daar ook, en gingen henen, en verborgen het.