molim da, jednom nazočan, ne moram biti odvažan smionošću kojom se kanim osmjeliti protiv nekih što smatraju da mi po tijelu živimo.
Ik bid dan, dat ik, tegenwoordig zijnde, niet stout moge zijn met die vrijmoedigheid, waarmede ik geacht word stoutelijk gehandeld te hebben tegen sommigen, die ons achten, alsof wij naar het vlees wandelden.