Roboam, sin Salomonov, bio je kralj Judejaca; bijaše mu četrdeset i jedna godina kad je postao kraljem, a sedamnaest je godina kraljevao u Jeruzalemu, u gradu koji Jahve izabra između svih izraelskih plemena da ondje postavi svoje Ime. Majka mu se zvala Naama, a bila je Amonka.
Rehabeam nu, de zoon van Salomo, regeerde in Juda; een en veertig jaren was Rehabeam oud, als hij koning werd, en regeerde zeventien jaren te Jeruzalem, in de stad, die de HEERE verkoren had uit al de stammen van Israël, om Zijn Naam daar te zetten; en de naam zijner moeder was Naäma, de Ammonietische.