我也必毁坏她的葡萄树和无花果树,就是她说「这是我所爱的给我为赏赐」的。我必使这些树变为荒林,为田野的走兽所吃。
En Ik zal over haar bezoeken de dagen des Baäls, waarin zij dien gerookt heeft, en zich versierd met haar voorhoofdsiersel, en haar halssieraad, en is haar boelen nagegaan, maar heeft Mij vergeten, spreekt de HEERE.